Van Navalia naar Genemuiden
Genemuiden wordt al omstreeks het jaar 100 genoemd in diverse geschriften.
Ook vinden we het terug op kaarten, die Europa weergeven ten tijde van Karel de Grote. Genemuiden is gevestigd op een rivierduin aan de uitmonding van de Drecht in de Vidris aan de kust van het IJsselmeer.
Daar leefden de inwoners van alles wat het moeras Mastenbroek en de rivier de Vidris opbracht. Op die plek was ook een oversteekplaats voor de bisschop naar zijn buitenverblijf in Vollenhove en naar de rest van zijn bisdom in Drenthe en Groningen. Als wereldlijk heerser had hij macht gekregen van de keizers van Duitsland en verleende als zodanig de stadsrechten aan Genemuiden.
Schedel van een Wisent, gevonden bij Genemuiden (Historisch Centrum Genemuiden)
Als je over de vroegste geschiedenis van Genemuiden wilt vertellen. Dan ontkom je niet aan het verhaal van Ptolameus, die ongeveer 100 jaar na Christus een kaart van Europa schetste, waarop hij ergens een plaats aangaf met de naam Navalia.
Het stadje lag ergens in het noord westen van Europa in een delta gebied aan de aan de mond van een rivier. Die rivier dat kon de IJssel wezen of een van de zijtakken, maar ook de mond van de Vidris, de Vecht.
Een aantal steden hebben de naam van Navalia opgeëist, waaronder ook Genemuiden.
Een andere notie van het al vroege bestaan van Genemuiden, levert ons Tacitus een Romeinse geschiedschrijver ook in het jaar 100 vertelt over de veldtochten van het Romeinse leger. Keizer Vespasianus versloeg de Germaanse volksstam de Bructers. Dat moest ergens in onze omgeving geweest zijn. Daar leefde volgens diezelfde overlevering de profetes Velleda…
In mijn werkkamer hangt een kopie van een oude kaart van Germanie, waarop getekend is hoe Nederland er uit moet hebben gezien ten tijde van Karel de Grote of nog eerder, want het opschrift van de kaart luidt: Patriae antiquae inter Juli et Caroli Magni, caesarum Romanorum tempori descriptiae. Het antieke vaderland van Julius tot Karel de Grote, Romeinse Keizers in de tijd van de getekende kaart. Op deze kaart staat in de mond van de Vidris heel duidelijk geschreven Geelmuyen, terwijl aan de linkeroever een duidelijke rode vlek de plaats aangeeft. Verder komen in de omgeving dan nog geen steden voor. De enige stad, die in de omgeving ligt is dan Deventer, duidelijk getekend aan de IJssel.
Bij Genemuiden staat nog aangetekend: Portus Manarmanis Ptol. Ik vermoed dat het wil zeggen dat dit de zeehaven van Ptolameus was.
Een en ander bewijst naar mijn mening wel, dat de zendelingen die vanuit Ierland en Engeland naar Europa kwamen hier in de omgeving een haven aangetroffen zullen hebben en aan deze inwoners het Evangelie bekend gemaakt hebben.
Daarom vond ook Bisschop Jan van Nassau hier in deze vlek al mensen die hem wilden helpen om naar zijn buitenverblijf in Vollenhove te komen. Ook zijn voorgangers zullen deze route al wel genomen hebben om naar de buitengebieden van hun bisdom Drenthe en Groningen te kunnen reizen.
In elk geval het staat van bisschop Jan van Nassau beschreven, dat hij hier een samenleving van mensen aantrof, die ook erediensten onderhielden, maar nog geen zelfstandige kerk waren.
Strategisch punt
In elk geval woonden ze op een vrij strategisch punt. Mogelijk waren zij net als de Wilsummers ook de rivier afkomen zakken en hadden zich daar op die rivierduin gevestigd, die ongeveer een meter tot twee meter boven de zeespiegel uitstak. Geen dijk, want waarom zou men hier al voor de bedijking van Mastenbroek, zo maar een stuk dijk gebouwd hebben waar de Drecht in de Vidris uitmondde? Op dit punt bouwden zij hun hutten, konden vissen op de Vidris en eventueel op de Zuiderzee en vonden in Mastenbroek al wat hun hart begeerde, wilde herten, vis in overvloed, eieren van allerlei water- en weidevogels en honig volop. Door de aanslibbing kregen ze er steeds meer leefruimte bij.
Voor de bisschoppen was het een goede plaats om even tot rust te komen, zonder dat ze iets van doen hadden, met de moderne stedelingen in Kampen en Zwolle, die steeds meer een aanslag deden op het bisschoppelijk gezag.
Tot kerk gewijd
Als je als bisschop ergens regelmatig komt waar nog geen officiële kerk is, maar alleen nog maar een kapelletje, waar zo nu en dan een priester komt om de mis op te dragen dan ligt het voor de hand, dat je daar een kerk gaat stichten. Dat deed Johan van Nassau dus ook. Hij heeft het vlek Genemuiden tot kerk gewijd. Dus kwam er in Genemuiden een priester, werd het een parochiekerk, gewijd aan de heilige Nicolaas, later kwamen daar de altaren voor Catharina, Jacobus en Antonius bij.
Of deze wijding van de kerk en het verlenen van de stadsrechten op hetzelfde moment gebeurd is wordt niet vermeld. Ik acht het niet waarschijnlijk. De kerkwijding heeft waarschijnlijk veel eerder plaats gevonden dan de verlening van de stadsrechten.
Hier komt de bisschop wel naar voren in zijn twee functies of ambten. Als geestelijke leider was hij benoemd door de paus en gaf leiding aan de kerk in heel Nederland. Daar beheerde hij het kerkelijke gebeuren van het wijden van kerken,het benoemen van priesters tot de regelingen voor de sacramenten en andere kerkelijke wetten..
Daarnaast was die bisschop ook wereldlijk heerser over een kleiner gedeelte, namelijk Utrecht, Oversticht en Groningen en Drenthe. Dat wereldlijke gezag hadden de bisschoppen gekregen in de loop van de jaren van de keizers van Duitsland, die hun grote rijk door vazallen en leenheren lieten besturen, omdat ze niet overal zelf dat konden doen. Zo kregen de bisschoppen van Utrecht dus van lieverlee allerlei staatstaken, waaronder ook het verlenen van allerlei voorrechten aan wie ze wilden en aan wie er voor wilde betalen.
Op grond van het leenheerschap van de keizer kon dus de bisschop aan de steden stadsrechten verlenen, zo ook aan Genemuiden. Daarbij rekende de bisschop er op, dat voor die rechten wederdiensten werden geboden.
Willem Mateboer